Geschiedenis en totstandkoming van dit Museum

De bezetting begon op 10 mei 1940, toen (Nazi-)Duitsland Nederland binnen viel. Zware tijden braken aan voor vele Nederlanders. Na de landingen in Normandië, in juni 1944 stormden de geallieerden op met de uiteindelijke bevrijding van Zuid-Nederland na “operation Market Garden”. Voor Noord-Nederland braken nog slechtere tijden aan, waar de “hongerwinter” van 1944 ook deel van uitmaakte.

Pas in 1945 kon met het verslaan van de Duitsers in de Ardennen een begin worden gemaakt aan de verdere bevrijding van Nederland. De Amerikaanse en Britse legers stootten direct door richting Berlijn om de oorlog te beëindigen, en een aantal Canadese, Poolse en Franse eenheden kregen de taak Noord-Nederland te bevrijden.

De Duitse bezetter sloeg, met de Canadezen op de hielen, op de vlucht naar het noorden. Groningen stad werd als een last-stand door een relatief grote groep Duitsers als fort gebruikt alwaar de laatste grote slag zou plaatsvinden. Deze slag duurde ongeveer 4 dagen, en heeft veel schade veroorzaakt in de stad. Bijzonder is te noemen dat de Martinitoren, die op dat moment in de steigers stond, de ellende bespaard is gebleven die de rest van de Grote Markt wel te verduren kreeg. Het Scholtenhuis, het hoofdkwartier van de SD, op de oostkant werd door de bezetter nog snel in brand gestoken. Geen noodlot, gezien de koude rillingen die menig Noorderling kreeg van het terreurbewind dat door de SD werd gevoerd, voornamelijk jegens verzetsstrijders.

Het museum vertoont van zowel Canadese-, Duitse- als verzetszijde objecten die met deze tijd te maken hebben. Ook worden in diorama’s andere scenes uit de oorlog tentoongesteld zoals een Brits vliegveld compleet met vliegtuig en een Afrika-scene.

De collectie is ontstaan uit de privéverzameling van Heiko Ates. Het museum heeft van 2010 tot 2017 aan de Ulgersmaweg in Groningen gezeten, maar heeft na gedwongen verhuizing plaats kunnen krijgen in Grootegast, als onderdeel van het Museumplein Grootegast.